Aan het ontbijt vertelt hij enthousiast hoe zijn vriend door iemand geholpen wordt. Hij helpt hem met het maken van een figuur van level 17, dat is heel hoog, en daarmee komt zijn vriend sneller in een hoger level van het spel. Hij helpt mij ook! O, vraagt zijn moeder nieuwsgierig, en wie is dat dan? Iemand die ook het spel speelt. Ik denk dat hij verslaafd is mam, hij is altijd online en hij geeft ook veel geld uit aan het spel. Hoe weet je dat? vraagt zijn moeder. Dat kan ik zien aan wat hij allemaal heeft en hoe snel hij weer grondstoffen heeft. Hij helpt mijn vriend al een tijdje, en hij vroeg laatst of hij nog meer vrienden had die ook geholpen willen worden. Nu helpt hij ons allemaal, mij ook. Fijn jongen, zegt zijn moeder, terwijl er van binnen een oorverdovend kabaal is van alarmbellen die afgaan. Daar zit ie dan, aan de ontbijttafel. De grote boze buitenwereld. Ze stelt nog een paar vragen, vooral om zichzelf gerust te stellen. Hij vraagt waarom ze al die vragen stelt, het voelt niet fijn. Ze legt hem uit dat het allemaal niet ok klinkt. Iemand die zomaar jongens gaat helpen, daar misschien zelfs geld voor uitgeeft. Dat het zomaar zou kunnen dat hij hier na een tijdje iets voor terug gaat vragen. Wat dan mam, vraagt hij. Dat kan van alles zijn, je adres, je telefoonnummer, een foto van jou, en uiteindelijk een bloot-foto van jou. En als je die dan gestuurd hebt, dan wil hij er meer. Geef je die niet, dan kan hij zeggen dat hij de foto die hij al heeft op internet gaat zetten. Hij schrikt. Hij pakt zijn tablet en opent het spel. Ik blokkeer hem meteen mam.